Het zal je niet gek in de oren klinken dat er in Nederland een enorme uitbreiding van het elektriciteitsnet nodig is. Door het gebrek aan een voldoende zwaar elektriciteitsnet kunnen bedrijven in bepaalde gebieden al niet meer uitbreiden of een nieuwe aansluiting krijgen en ook het bouwen van nieuwe woonwijken wordt belemmerd. Binnen bestaande woonwijken is het elektriciteitsnet vaak niet “zwaar” genoeg om de toenemende behoefte aan elektriciteit, bijvoorbeeld door laadpalen, op te vangen. Om dit probleem op te lossen zijn er dikkere kabels en nieuwe centrales nodig, maar in de wijken vooral ook transformatorhuisjes. Volgens minister Hermans van Klimaat en Groene Groei zijn er de komende jaren 50.000 (!) nieuwe huisjes nodig. De bouw van een transformatorhuisje gaat nu vaak gepaard met vergunningen, bezwaren en daardoor vertragingen. Onder de Omgevingswet zijn er nu mogelijkheden ontstaan om dit proces te versnellen.
Inhoudsopgave:
- Wat doet een transformatorhuisje?
- Wanneer is een transformatorhuisje vergunningvrij?
- Wanneer kunnen burgers bezwaar maken?
- Ondervang bezwaar met duidelijkheid
- Zo maak je transformatorhuisjes vergunningvrij
Wat doet een transformatorhuisje?
Een transformatorhuisje gebruikt transformatoren om middenspanning om te zetten in laagspanning, het voltage dat geschikt is voor huishoudens. Daarom staan deze huisjes vaak in de buurt van woningen en in dichtbevolkte wijken. Het uiterlijk wordt bepaald door gemeenten zelf. Zo heb je in Amsterdam bijvoorbeeld een transformatorzuil, ook wel ‘de peperbus’ genoemd. Dit is een rond huisje van 5 meter hoog, waar veelal posters op worden geplakt. In andere gemeenten vind je juist weer rechthoekige huisjes in allerlei kleuren en al dan niet verfraaid.
Wanneer is een transformatorhuisje vergunningvrij?
In veel gevallen kunnen transformatorhuisjes vergunningvrij worden geplaatst. Dit is het geval als het aan bepaalde bouwkundige eisen voldoet, namelijk maximaal 3 m hoog en maximaal 15 m2 groot. Zolang het huisje daarbinnen valt is er geen vergunning nodig en kan er ook geen bezwaar (door omwonenden) worden gemaakt. Het is dus afhankelijk van wat voor huisje je plaatst of je een vergunning moet aanvragen. Een rechthoekig huisje, zoals Liander die plaatst, valt binnen de bouwkundige afmetingen en wordt dus in overleg met de gemeenten gewoon geplaatst. Een peperbus, zoals ze in Amsterdam staan, heeft door de hoogte wel altijd een vergunning nodig. Daarbij staat dan ook bezwaar bij de gemeente en eventueel beroep bij de rechtbank open.

Voorbeeld van een ‘standaard’ transformatorhuisje.
Wanneer kunnen burgers bezwaar maken?
Iedereen begrijpt dat transformatorhuisjes noodzakelijk zijn om de toenemende elektriciteitsbehoefte op te vangen. Toch leidt de aankondiging van de plaatsing van zo’n huisje vaak tot bezwaren van omwonenden en soms zelfs tot procedures, waardoor de plaatsing flink vertraagd wordt. Als er een vergunning nodig is voor een transformatorhuisje kunnen omwonenden bezwaar maken tegen de omgevingsvergunning. De afwikkeling van het bezwaar duurt al snel zo’n 6 tot 9 maanden. Om die vertraging te voorkomen kun je aan twee mogelijkheden denken; van tevoren duidelijk informeren over de komst van de huisjes of aanpassingen maken in het tijdelijke deel van het omgevingsplan zodat er geen vergunning nodig is.
Ondervang bezwaar door duidelijk te informeren
Overleg met de buurt over de plaatsing van transformatorhuisjes kan bezwaren wegnemen. Dit zou dus in de standaard aanpak opgenomen moeten worden. Door heel duidelijk te zijn over waarom je kiest voor een bepaalde locatie kan je een groot deel van de bezwaren voorkomen. De gemeente Utrecht doet dat bijvoorbeeld al goed door ook duidelijk te maken welke bezwaren bij voorbaat geen kans maken. Zo’n duidelijke aanpak van tevoren zal waarschijnlijk heel veel bezwaren “afvangen”. De gemeente Utrecht spreekt hier over “bezwaren”, maar dan gaat het dus niet om de bezwaarprocedure, want die is er niet bij vergunningvrije elektriciteitshuisjes. Ook daarover zou een gemeente heel duidelijk moeten zijn. Als het gaat om een transformatorhuisje waar wel een vergunning voor nodig is, dan kan een burger ook bij goede informatie alsnog bezwaar indienen. Het neemt de vertraging dus niet in alle gevallen weg.
Zo maak je transformatorhuisjes vergunningvrij
Onder de oude regelgeving vóór de Omgevingswet bepaalde het Rijk wat vergunningvrij was, daar kon niet aan getornd worden. Onder de Omgevingswet kunnen gemeenten nu zelf bepaalde bouwwerken als vergunningvrij aanwijzen in het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Op dit moment is in artikel 2.29 Besluit Bouwwerken leefomgeving (Bbl) aangegeven dat een elektriciteitshuisje van maximaal 15 m2 en 3 m hoog vergunningvrij is. In het Tijdelijk deel van het Omgevingsplan zijn ook vergunningvrije bouwwerken aangewezen. In artikel 22.36 zijn bijvoorbeeld bepaalde bijgebouwen bij een woning vergunningvrij. Gemeenten kunnen hierin dus ook andere bouwwerken, zoals een transformatorhuisje dat buiten de afmetingen van artikel 2.29 Bbl valt, aanwijzen als vergunningvrij. Daarmee valt de bezwaarmogelijkheid weg en kan de bouw van de nog 50.000 benodigde huisjes versneld worden. Daarbij blijft het natuurlijk wel van belang om de buurt goed te (laten) informeren.
Wilt u weten hoe u deze wijziging kan doorvoeren om alle transformatorhuisjes vergunningvrij te bouwen? Of wilt u hulp bij het voorstel aan de gemeenten? Ik sta u graag bij. Neem contact op voor de mogelijkheden.