De eerste avond in Beijing gingen we pekingeend eten in een restaurant dat daar al sinds 1864 in was gespecialiseerd. Bij de pekingeend werd schorpioen geserveerd, een insect dat gebakken was. Het heeft een grote staart en smal lijf met uitsteeksels. Smaakt knapperig. Best lekker, eigenlijk.
- Jellyfish (kwal) bij de lunch op de SouthEast Asia Universiteit in Shanghai.
- Bij dezelfde lunch: eendentong. Eendentong staat voor welsprekendheid, alle advocaten aan tafel dienden dit gerecht toch vooral te proberen. Het smaakt helemaal nergens naar, het is hard en smaakt naar rubber, maar ik kan nog wel wat welsprekendheid gebruiken.
- Plofvis, een vis die ruitvormig is ingesneden en daarna gefrituurd, en daardoor lijkt op een ontplofte cactus. Ik heb die verschillende keren gegeten, hij is heel smakelijk.
- Drakenvrucht, een vrucht met wit vruchtvlees met allemaal zwarte pitjes erin.
Eten in restaurants betekent hier heel veel gerechten geserveerd krijgen, in een volgorde die voor mij niet gebruikelijk is. Alles wordt op de “lazy Daisy” gezet, een ronddraaiende schijf op tafel. Iedereen mag uit de schaaltjes op zijn bord scheppen wat hij lekker vindt. De maaltijden eindigen vaak met vis, dat als het lekkerste gerecht wordt beschouwd. Natuurlijk heb ik alleen met stokjes gegeten. Ik ben er best goed in geworden. Ik heb steeds heerlijk gegeten!