Als er in een wijk enkele rijtjes huizen nieuw worden bijgebouwd, zijn er bij omwonenden vaak bezwaren over te weinig parkeerplaatsen. De omwonenden vinden vaak dat er al veel te weinig parkeerplaatsen in de wijk zijn, en er mogen volgens hen dan geen nieuwe woningen bij komen als niet eerst het parkeerprobleem wordt opgelost!
Omwonenden kunnen die eis echter niet stellen. Het is vaste jurisprudentie dat een bestaand parkeertekort bij nieuwbouw buiten beschouwing mag blijven. Dat betekent dat de parkeerproblemen in de rest van de wijk niet behoeven te worden opgelost door de nieuwbouw. Wel moet er binnen de nieuwbouw zelf zijn voorzien in voldoende parkeerplaatsen volgens het parkeerbeleid van de gemeente.
In gemeente Westland kwam, door de verplaatsing van een kinderdagverblijf, ruimte vrij voor woningbouw in de kern Honselersdijk. In een postzegelbestemmingsplan werd de nieuwbouw van 2 rijtjes woningen mogelijk gemaakt. Daarbij was voorzien in voldoende parkeerplaatsen volgens de norm, onder andere doordat bij iedere woning op de oprijlaan een vaste parkeerplaats was voorzien. Omwonenden maakten bezwaar tegen het feit dat hiermee niet vaststond dat deze parkeerplaatsen daadwerkelijk als parkeerplaatsen in gebruik zouden blijven. Zij stelden dat de opstelplaats voor een auto bij de woning in de praktijk vaak wordt ingericht als tuin. De Raad van State achtte dat beroep gegrond en verplichtte de gemeente om alsnog in het bestemmingsplan vast te leggen dat de parkeerplaats bij de woning ook als parkeerplaats in stand moet blijven. De gemeente krijgt in de uitspraak van de Raad van State de gelegenheid om het bestemmingsplan te repareren.
De gemeente stelt een zogenaamd reparatiebesluit vast met een toevoeging van een voorschrift aan de bestemmingsplanvoorschriften. De Raad van State stelt zelf de definitieve tekst vast als volgt: “Een woning binnen het plangebied mag als zodanig in gebruik zijn indien in de voortuin bij die woning de parkeerplaats zoals aangegeven op bijlage 1 bij de planregels (situatietekening parkeren) is gerealiseerd en in stand wordt gehouden.”
Door deze bepaling mag de woning alleen worden gebruikt als de parkeerplaats ook daadwerkelijk in stand wordt gehouden. Hierdoor kan de gemeente ook na langere tijd handhavend optreden als een bewoner van die woning zijn parkeerplaats niet meer als parkeerplaats in stand houdt.